SV | Toen zegende hem Jozua, en hij gaf Kaleb, den zoon van Jefunne, Hebron ten erfdeel. |
WLC | וַֽיְבָרְכֵ֖הוּ יְהֹושֻׁ֑עַ וַיִּתֵּ֧ן אֶת־חֶבְרֹ֛ון לְכָלֵ֥ב בֶּן־יְפֻנֶּ֖ה לְנַחֲלָֽה׃ |
Trans. | wayəḇārəḵēhû yəhwōšu‘a wayyitēn ’eṯ-ḥeḇərwōn ləḵālēḇ ben-yəfunneh lənaḥălâ: |
Toen zegende hem Jozua, en hij gaf Kaleb, den zoon van Jefunne, Hebron ten erfdeel.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Toen zegende hem Jozua, en hij gaf Kaleb, den zoon van Jefunne, Hebron ten erfdeel.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!